Woensdag 6 augustus. 69 km (T: 604km). 9u30. Een vriendelijke man uit het hotel bood ons een handdoek aan om onze fietszadels droog te wrijven. De fietsen hadden ‘s nachts buiten op een binnenplaats gestaan en waren nat. Het was ook nu weer aan het motregenen. Altijd sneu om met zulk weer op de fiets te moeten maar het zou snel overgaan en de zon zou voorzichtig door de wolken komen piepen. In Briare na 12 km moesten we over de 662 meter lange aquaduct over de Loire, gebouwd in 1896 door Gustav Eifel. Een brug voor schepen over de Loire, langs het oudste kanaal ter wereld uit 1605-1642, dat werd gebouwd met sluizen. Een uniek spektakel om een schip een brug te zien nemen.
Tegen de middag was het opnieuw gaan regenen. Maar toen we rond 14u voor onze pic-nic in Cosne-sur-Loire arriveerden, was het opnieuw droog en dat zou zo blijven tot in Sancerre.
Voor we ons een broodje zijn gaan kopen, wilden we eerst nog een kijkje nemen naar het Château de Buranlure, even ten westen van de weg, bij een klimmetje. Een van de best bewaard gebleven voorbeelden van een versterkt landgoed uit de 14-15de eeuw. Het onverharde pad er naar toe liep goed bergaf. We wilden zeker zijn dat het de moeite was om het pad af te rijden en zouden onze documentatie raadplegen. Bij het stoppen kon Mireille niet tijdig uit haar pedaal klikken en viel met een harde plof op de even harde steentjes. Een kreun en wat bloed, maar gelukkig verder niet veel ergs. En het was de inderdaad de omweg waard.
Van Cosne naar Sancerre was het dan nog maar 11 km, maar Sancerre ligt op een heuvel. Er stond ons op het einde van de dag en voor het eerst op de reis dus een felle en echte klim te wachten van een kleine 2 km. Sancerre is een mooi klein stadje dat zijn relatie met de gelijknamige wijn uitstraalt in tal van wijnzaken. We overnachten er aan de oude stadmuren met zicht op de prachtige vallei met zijn vele wijngaarden.